Dirkzwager legal & tax

Bedrijfsopvolgingsfaciliteit overdrachtsbelasting ook van toepassing bij schenking aandelen in vastg
29 Augustus 2016

Bij de verkrijging van in Nederland gelegen onroerende zaken is overdrachtsbelasting verschuldigd ex artikel 2 lid 1 Wet op belastingen van rechtsverkeer (BRV). Artikel 4 BRV bepaalt dat onder omstandigheden ook overdrachtsbelasting verschuldigd is bij een overdracht van aandelen in een BV (of andere vennootschap met een  in aandelen verdeeld kapitaal). Er moet dan aan de zogenaamde bezitseis en doeleis zijn voldaan. Indien een vennootschap kwalificeert als een dergelijke “vastgoedvennootschap”, worden de aandelen beschouwd als fictieve onroerende zaken en kan een verkrijger van die aandelen overdrachtsbelasting verschuldigd zijn.

In de wet zijn echter ook vrijstellingen van de heffing van overdrachtsbelasting opgenomen (artikel 15 BRV). Een van deze vrijstellingen is de familieoverdracht van artikel 15 lid 1 letter b BRV. Deze vrijstelling is van toepassing als een onderneming inclusief de daarvan onderdeel uitmakende onroerende zaak, al dan niet gefaseerd, aan iemand van de in dat artikel genoemde familieleden wordt overgedragen.

Bij de Rechtbank Noord-Nederland (12 juli 2016, nr LEE 15/4030) was in geschil of voormelde vrijstelling van overdrachtsbelasting ook van toepassing is indien er sprake is van de verkrijging van aandelen in een vastgoedvennootschap. A heeft krachtens schenking alle aandelen in een vastgoedvennootschap van zijn moeder verkregen. Volgens de inspecteur van de belastingdienst is de vrijstelling van artikel 15 lid 1 letter b BRV nu niet van toepassing. De kern in dit geschil is het begrip “onderneming” in artikel 15 lid 1 letter b BRV. De inspecteur stelt dat hiermee slechts een subjectieve onderneming in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting is bedoeld, waaraan aldus een subjectieve IB-onderneming/natuurlijk persoon is verbonden (een zogenaamde “IB-onderneming”). Volgens de Rechtbank gaat het echter om de vraag of de verkrijging een onderneming in materiële zin vormt. Dat de betreffende materiële onderneming door een rechtspersoon wordt gedreven, doet volgens de Rechtbank niet ter zake. De Rechtbank geeft aan dat de strekking van artikel 15 lid 1 onder b BRV is het wegnemen van een fiscale belemmering die de bedrijfsopvolging tussen familieleden kan frustreren. De wetgever heeft volgens de Rechtbank niet beoogd dat dit alleen moet gelden indien sprake is van een IB-onderneming, maar om alle bedrijfsoverdrachten vrij te stellen die voldoen aan de materiële criteria van een onderneming. Nu in dit geval geen geschil is of er sprake is van een materiële onderneming en overigens ook aan de voorwaarden is voldaan, kan de schenking van aandelen in de vastgoedvennootschap met gebruikmaking van voormelde vrijstelling van overdrachtsbelasting plaatsvinden.


» Ga naar de link
Contactgegevens
Dirkzwager legal & tax
Van Schaeck Mathonsingel 4
6512 AN Nijmegen